Responsive image

Artikel 7 Berekening van ingebedde emissies

Download de app voor meer functionaliteit.

Artikel 7 Berekening van ingebedde emissies

1. Ingebedde emissies in goederen worden berekend op grond van de in bijlage IV bepaalde methoden. Voor de in bijlage II opgenomen goederen worden alleen directe emissies berekend en in aanmerking genomen.

2. Ingebedde emissies in andere goederen dan elektriciteit worden bepaald op basis van de werkelijke emissies overeenkomstig de in de punten 2 en 3 van bijlage IV bepaalde methoden. Wanneer de werkelijke emissies onvoldoende nauwkeurig kunnen worden bepaald, alsook in het geval van indirecte emissies, worden de ingebedde emissies bepaald aan de hand van standaardwaarden overeenkomstig de in punt 4.1 van bijlage IV bepaalde methoden.

3. Ingebedde emissies in ingevoerde elektriciteit worden bepaald aan de hand van standaardwaarden overeenkomstig de in punt 4.2 van bijlage IV bepaalde methode, tenzij de toegelaten CBAM-aangever aantoont dat is voldaan aan de criteria om de ingebedde emissies te bepalen op basis van de in punt 5 van bijlage IV vermelde werkelijke emissies.

4. Ingebedde indirecte emissies worden berekend overeenkomstig de in punt 4.3 van bijlage IV bepaalde methode en nader gespecificeerd in de op grond van lid 7 van dit artikel vastgestelde uitvoeringshandelingen, tenzij de toegelaten CBAM-aangever aantoont dat is voldaan aan de criteria van punt 6 van bijlage IV voor het bepalen van de ingebedde emissies op basis van werkelijke emissies.

5. De toegelaten CBAM-aangever houdt een administratie bij van de informatie die nodig is om de ingebedde emissies te berekenen overeenkomstig de voorschriften van bijlage V. Die administratie moet voldoende nauwkeurig zijn om overeenkomstig artikel 18 geaccrediteerde verificateurs in staat te stellen de ingebedde emissies overeenkomstig artikel 8 en bijlage VI te verifiëren en om de Commissie en de bevoegde autoriteit in staat te stellen de CBAM-aangifte overeenkomstig artikel 19, lid 2, te beoordelen.

6. De toegelaten CBAM-aangever bewaart de in lid 5 bedoelde administratie, met inbegrip van het verslag van de verificateur, tot het einde van het vierde jaar na het jaar waarin de CBAM-aangifte is of had moeten worden ingediend.

7.

De Commissie is bevoegd uitvoeringshandelingen vast te stellen met betrekking tot:

a) de toepassing van de elementen van de in bijlage IV beschreven berekeningsmethoden, met inbegrip van de afbakening van systeemgrenzen van productieprocessen en de desbetreffende inputmaterialen (precursoren), emissiefactoren, installatiespecifieke waarden van werkelijke emissies en standaardwaarden en de respectieve toepassing ervan op individuele goederen, alsook de vaststelling van methoden ter waarborging van de betrouwbaarheid van de gegevens op basis waarvan de standaardwaarden worden bepaald, waaronder het niveau van detail en de verificatie van de gegevens, alsmede de nadere specificatie van goederen die voor de toepassing van punt 1 van bijlage IV moeten worden beschouwd als “eenvoudige goederen” en “samengestelde goederen”; in die uitvoeringshandelingen worden ook de voorwaarden gespecificeerd waaronder wordt aangenomen dat de werkelijke emissies onvoldoende nauwkeurig kunnen worden bepaald, alsmede de elementen waaruit blijkt dat is voldaan aan de criteria in de punten 5 en 6 van bijlage IV die vereist zijn om voor de toepassing van lid 2 het gebruik van de werkelijke emissies te rechtvaardigen voor elektriciteit die wordt verbruikt in de productieprocessen van goederen, en

b) de toepassing van de elementen van de berekeningsmethoden op grond van lid 4 overeenkomstig punt 4.3 van bijlage IV.

Indien objectief gerechtvaardigd wordt in de in de eerste alinea bedoelde uitvoeringshandelingen bepaald dat de standaardwaarden aan specifieke gebieden, regio’s of landen kunnen worden aangepast om rekening te houden met specifieke objectieve factoren die van invloed zijn op emissies, zoals de belangrijkste energiebronnen of industriële processen. Die uitvoeringshandelingen bouwen voort op bestaande wetgeving voor de monitoring en verificatie van emissies en activiteitengegevens voor installaties die onder Richtlijn 2003/87/EG vallen, met name Uitvoeringsverordening (EU) 2018/2066 van de Commissie ( 3 ), Uitvoeringsverordening (EU) 2018/2067 en Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/331 van de Commissie ( 4 ). Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 29, lid 2, van deze verordening bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.

EY Taxlaw NL verschaft de mogelijkheid tot:
  • het full text doorzoeken van de verdragen en regelgeving met daarbij filters om het zoekgebied nader af te bakenen;
  • het full text doorzoeken van de gedelegeerde regelgeving, beleidsbesluiten en jurisprudentie;
  • het kunnen sorteren van de gedelegeerde regelgeving, beleidsbesluiten en jurisprudentie op datum, titel en instantie;
Responsive image
Responsive image
  • het oproepen van artikelversies tot enige jaren terug;
  • het maken van aantekeningen op artikelniveau;
  • de creatie van dossiers voor de opslag van snelkoppelingen naar veelvuldig geraadpleegde wetsartikelen;
  • het delen via mail en sociale media van artikelteksten met desgewenst een additioneel bericht.